De vereisten van een voetbalspeler om optimaal te presteren op het veld worden steeds groter. In het hedendaagse voetbal is alles sneller en krachtiger. Niet alleen de technische bagage maakt het verschil tussen topspelers en minder goede spelers, maar voornamelijk de conditionele capaciteiten en het vermogen om onder druk en vermoeidheid de juiste beslissing te nemen.

Dit wil zeggen dat, als je je tegenstander te snel af wil zijn, je beter moet kunnen accelereren, je sneller moet kunnen lopen, korte inspanningen achter elkaar beter moet kunnen verdragen, snel van richting moet kunnen veranderen, hoger moet kunnen springen,… en dit 90 minuten lang.

Beschikken over de nodige technische bagage helpt, maar om al het bovenstaande goed te kunnen doen, moet je beschikken over een optimale conditionele basis. Om het te vergemakkelijken zullen we even de vergelijking maken met een auto.

Voetbaltechniek kan je vergelijken met de carrosserie van een Ferrari. Het ziet er allemaal mooi uit, maar als deze gebouwd is op het chassis van een Fiat Panda en de motor heeft van een 2 pk’tje, dan zal de Ferrari niet renderen en dan is het maar een kwestie van tijd voor wagen uit elkaar valt.

Daarom is het in het voetbal van belang om te beschikken over een goed chassis en een goede motor (=aërobe capaciteit) om zo je prestaties beter in de verf te zetten.

Niet alleen voor voetballers is dit belangrijk, maar ook voor trainers. Als je ploeg reeds optimaal voorbereid is, kan je als trainer meer aandacht spenderen aan tactische/technische trainingen en moet je enkel nog de ‘puntjes op de i’ zetten.